10 grafische termen uitgelegd voor niet-ontwerpers

Er komen op deze website nogal eens wat vaktermen voor bij. Lastig als je niet precies weet wat er met een bepaalde term bedoelt wordt. In dit artikel leg ik 10 veelvoorkomende grafische termen uit.
Grafische termen uitgelegd

In dit artikel

10 grafische termen uitgelegd voor niet-ontwerpers

CMYK, RGB, dpi, vectoren en pixels: grafische termen die je vaak hoort in de grafisch vormgeving wereld. Als niet-ontwerper kan al deze vakjargon best lastig zijn. In dit artikel leg je de meest voorkomende grafische termen uit. 

1. CMYK

CMYK staat voor de kleuren cyaan, magenta, yellow (oftwel geel) en key. Key betekend zwart. Dit is een kleurmodus die gebruikt wordt voor drukwerk. Logo ontwerpen, briefpapier, visitekaartjes, flyers, posters, enzvoort, hebben als het goed is allemaal deze kleurmodus. Wanneer je deze kleurmodus gebruikt voor gebruik op een beeldscherm, gaan de kleuren er heel raar uit zien. Daarom gebruiken voor afbeeldingen voor op een website of social media de kleurmodus RGB. 

2. RGB

RGB staat voor Rood, Groen, Blauw en is een kleurmodus die gebruikt wordt voor afbeelding bedoeld voor het beeldscherm. Afbeeldingen voor websites en social media zijn dus allemaal in RGB. 

Wat moet je doen als je bestand in de verkeerde kleurmodus staat?
Je kunt bestanden converteren naar een andere kleurmodus. Dit kun je bijvoorbeeld doen in Photoshop. Ga naar Afbeelding > Modus > en kies de juiste kleurmodus. In Illustrator kies je voor Bestand > Document kleurmodus > juiste kleurmodus. 

3. Pantone

Het Pantone Matching Systeem (PMS) gaat uit van 15 basiskleuren die elk een eigen naam hebben gekregen. Daarnaast zijn er nog meer dan 1000 kleuren die alleen met een code worden aangeduid. Het voordeel van PMS kleuren is dat wanneer een pantone kleur op dezelfde papiersoort wordt gedrukt de kleuren altijd identitiek zijn. Bij CMYK kunnen er namelijk kleine kleurverschillen zijn in het drukwerk. Wanneer je 1 of 2 specifieke kleuren nodig hebt, dan kan Pantone een goede keuze zijn. Heeft je ontwerp meer dan 2 kleuren of bevat het ontwerp foto’s? Dan is CMYK je enige optie. Het omzetten van PMS kleuren naar CMYK is het lastig om exact de goede kleur te krijgen. Of je dus voor Pantone kleuren moet kiezen is dus sterk afhankelijk van hoe je het uiteindelijke ontwerp gaat gebruiken. 

4. DPI

Dpi staat voor Dots per inch. Dit zijn het aantal beeldpunten per inch. Eén inch is 2,54 centimeter. Hoe meer van deze ‘dots’ (beeldpunten) op een klein oppervlak staan, hoe hoger de resolutie en hoe scherper de afbeelding. Voor drukwerk is het ideale aantal DPI 300, het minimum aantal DPI is 150. Voor beeldschermen is de minimale vereiste 72 dpi, maar voor retina beeldschermen is eigenlijk het dubbele vereist. Vaak zal 72 dpi op een retina beeldscherm wat onscherp zijn, maar 144 dpi is er weer super scherp uit.

5. Vectoren

Een ‘vectorbased’ bestand is een bestand wat schaalbaar is. Je logo hoort daarom ook altijd een vectorbestand te zijn (.ai of .eps), want je kunt dit bestand dus groter en kleiner maken zonder kwaliteitsverlies. Vectoren bestaan uit puntjes. Je logo moet altijd een vector zijn. Hij moet namelijk zowel klein als groot toe te passen zijn, van visitekaartjes tot billboards. 

Het verschil tussen vectors en pixels.

6. Pixels

Pixels zijn eigenlijk kleine vierkantjes die samen een afbeelding maken. Denk bijvoorbeeld aan de klassieke Nintendo games: Mario zag er altijd nogal blokkerig uit, toch? Dat komt omdat Mario bestaat uit allemaal kleine vierkantjes, oftewel pixels. Het voordeel van pixels is dat al deze vierkantjes in hoge aantallen samen een gedetailleerd beeld kunnen geven. Het nadeel is dat de randen, wanneer flink inzoomt, er niet strak uit zien. Dit in tegenstelling tot vectoren die ten allen tijde strakke en gladde randen heeft.

7. De verwarring met een EPS bestand

Vaak denken klanten dat wanneer je een eps bestand hebt, dit automatisch betekend dat je ook een vector bestand hebt. Dit is niet het geval! Als je een pixel-based bestand hebt en dat opslaat als eps dan heb je simpelweg een pixel-based .eps. Alleen wanneer je bronbestand een vector is (bijvoorbeeld een Illustrator bestand), heb je ook een vector-based eps bestand. 

8. Afloop

Met afloop, ook wel snijmarge of bleed genoemd, wordt een extra rand bij drukwerk ontwerpen bedoeld. Bij de afloop loopt de achtergrond (en eventueel afbeeldingen) van het ontwerp door. Deze extra rand bedraagt meestal 3 mm en wordt er na het drukken afgesneden. Het zorgt er voor dat er geen lelijke witte randen zijn bij het drukwerk. Soms komt het namelijk voor dat bij het schoonsnijden dat een stapel drukwerk iets verschuift door de druk van het mes, waardoor je dus een klein randje wit zou kunnen hebben na het schoonsnijden. Afloop voorkomt dit probleem dus en zorgt er voor dat je al je drukwerk er netjes uit komt te zien. 

9. Marge

De marge betekend in drukwerktermen de vrije ruimte tussen de papierrand en de afdruk. Het is belangrijk dat je deze ruimte niet gebruikt voor tekst, want dit kan heel rommelig ogen. Sowieso is het niet handig om belangrijke elementen dichtbij de rand te plaatsen aangezien je daarmee het risico loopt dat deze bij het schoonsnijden er net afvallen.

10. Logo, beeldmerk, woordmerk

Logo, beeldmerk en woordmerk zijn termen die allemaal gebruikt worden bij logo design, maar soms kan dit voor wat verwarring zorgen. Vaak worden deze termen door elkaar gebruikt. Een logo bestaat vaak uit een beeldmerk (een icoon, monogram, enzovoort) en een woordmerk (dit is de bedrijfsnaam en eventueel een slogan of pay-off). Een logo is dus een combinatie van een beeldmerk en een woordmerk. 

Soms bestaat een logo alleen uit een woordmerk. Een bekend voorbeeld hiervan in het FedEx logo. Ook Coca-Cola heeft alleen een woordmerk als logo. De meeste merken kunnen het zich niet veroorloven om alleen een beeldmerk te hebben. Dit is alleen weggelegd voor de grootste merken ter wereld. Apple heeft bijvoorbeeld alleen zijn bekende beeldmerk van een appel met een hap er uit. Ook Nike’s swoosh is vaak afgebeeld zonder hun woordmerk. Natuurlijk zijn er ook nog wat uitzonderingen. Zo heeft C&A bijvoorbeeld een zegel als logo en heeft FC Barcelona een embleem. 

Conclusie

Natuurlijk zijn er nog veel meer grafische termen te noemen, maar dit zijn 10 termen die erg vaak voor komen. Hopelijk zorgt dit artikel er voor dat wanneer je de volgende keer deze termen hoort, precies weet wat er bedoeld wordt. Natuurlijk zijn er ook op het gebied van webdesign termen die je waarschijnlijk niet zo goed kent. Daarom leg ik in dit artikel ook veel voorkomende webdesign termen uit.

Vond je dit artikel behulpzaam? Zijn er nog andere grafische termen die je uitgelegd zou willen zien? Laat het me weten door een reactie hieronder te plaatsen.

Als je geïnteresseerd bent in grafisch vormgeving dan is dit een fantastisch boek: Grafisch Ontwerpen van David Dabner.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven
Krijg mijn Website en SEO Checklist

Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Ontvang mijn website en SEO checklist. Elke maand krijg je 1 a 2 keer een mail met nieuws, tips, freebies en kortingen.